top of page

Ik hoop op rozen

Op de vooravond van Internationale Vrouwendag organiseerde Hyster-x in samenwerking

met Kunsthal Mechelen een literair programma over radicaliteit en feminisme. Paola

Verhaert droeg onderstaande tekst voor in het kader van de tentoonstelling ‘Radical

Shapeshifters’ en Internationale Vrouwendag.


We herdenken tijdens Internationale Vrouwendag vrouwen die radicaal weigerden om het soort leven te leiden dat hen werd voorgelegd.


Een poster met de Amerikaanse activiste Rose Schneiderman, 1912. New York University, Tamiment Library and Robert F. Wagner Archives.

In 1912 besloten de werksters van een fabriek in Lawrence, Massachusetts om het werk neer te leggen. De staking zou hun leven, en dat van vele generaties vrouwen, voor altijd veranderen.


Het leven in de fabriek was in ieder opzicht ellendig. Ze werd geteisterd door epidemieën van tuberculose en andere longziekten, en een derde van de werksters stierf voor hun vijfentwintigste verjaardag. Zij die achterbleven, leidden een leven vol honger en zonder geld. Tegelijk was het leven in de fabriek in ieder opzicht typisch. Één jaar voor de staking, brandde een andere fabriek, die ook voornamelijk vrouwen tewerkstelde, volledig uit. De brand in de Triangle Shirtwaist Factory was dodelijk: 146 arbeiders lieten er het leven. De voornamelijk vrouwelijke slachtoffers werden leven verbrand, stikten door de rook, of stierven omdat zij, vanuit hun ijle hoop op overleven, uit een raam van de fabriek waren gesprongen.

 

De brand stelde de arbeidsomstandigheden in de fabrieken op scherp, en in de geïndustrialiseerde regio’s begonnen steeds meer vrouwen zich tegen deze omstandigheden te verzetten. Hetzelfde gebeurde ook in Massachusetts, toen de bazen van deze fabriek besloten om de lonen van de vrouwen verder te verlagen. Wat volgde was een gewelddadige staking, waarbij niet alleen het loon van de werksters op het spel stond, maar hun hele leven.

 

We herdenken tijdens Internationale Vrouwendag vrouwen die radicaal weigerden om het soort leven te leiden dat hen werd voorgelegd. Aan deze vooravond van de Internationale Vrouwendag, en meer dan honderd jaar na de staking in Massachusetts, herdenk ik één van haar aanvoerders. Haar naam is Rose Schneiderman. Ik herdenk Rose omdat zij, ondanks alles, weigerde om genoegen te nemen met kleine verbeteringen. Ze droomde van een radicaal beter leven, zowel binnen als buiten de fabrieksmuren. 

 


Twee stakers tijdens de Opstand van de Twintigduizend, 1910. Library of Congress, Prints and Photographs Division, George Grantham Bain Collection.

Tijdens de staking sprak Rose een menigte van geprivilegieerde vrouwen toe, in een poging om hen te overhalen om zich aan te sluiten bij haar strijd. Ze zei: “Wat de werkende vrouw wilt, is het recht om te leven, niet simpelweg te bestaan—het recht op leven zoals een rijke vrouw het recht op leven heeft, en de zon en muziek en kunst.” Ze sloot haar pleidooi af met woorden die beroemd zouden worden: “De werkende vrouw moet brood hebben, maar ze moet ook rozen hebben.” De werksters uit Massachusetts wisten dat zaken zoals liefde, vriendschap en plezier geen luxe zijn, maar fundamentele onderdelen van een waardig leven. Zij wisten: wij willen en kunnen geen genoegen nemen met een leven zonder een dagelijkse roos.


 Vandaag, meer dan honderd jaar later, is radicaliteit zeldzaam.


Het is een vaak voorkomende misvatting dat mensen die radicale eisen stellen, mensen zoals Rose Schneiderman, vooruitgang in de weg staan. Nochtans is niets constructiever dan verzet; verzet vertrekt vanuit een radicale verbeelding, vanuit ideeën over wat wél kan, over de verandering die wél mogelijk is. Om professor en activiste Ruth Wilson Gilmore te parafraseren: het doel van radicaliteit is niet om slechte ideeën af te breken, maar om betere ideeën vorm te geven. Het gaat over het aanleggen van de bouwstenen die ons toelaten om het soort leven te leiden dat we willen. In het verzet van Schneiderman en haar collega’s zie ik radicaliteit in haar meest pure vorm: een verbeelding die veel verder reikte dan de werkvloer en een bereidheid om ieder aspect van hun dagelijkse leven te transformeren.

 

Vandaag, meer dan honderd jaar later, is radicaliteit zeldzaam. Soms, heel soms, krijgen we wind van een radicaal voorstel. En bijna altijd wordt dit soort ideeën, neem bijvoorbeeld die over de inkorting van de werkweek, weggezet als utopische verzinselen. Radicale voorstellen zoals deze zijn vandaag zeldzaam, maar broodnodig; ze durven iets zeggen over het werk dat we willen én over het leven dat we willen.

 

Morgen, op Internationale Vrouwendag, hoop ik op meer radicaliteit. Ik hoop dat we, zoals Rose en zoals alle andere vrouwen die mee aan de wieg stonden van Internationale Vrouwendag, durven dromen over de zon, muziek en kunst. Ik hoop op rozen.

Comments


bottom of page