gedicht door Gwyn Bouman
hij streelt zijn hondje, kijkt op,
‘hij heet Peppercake’ en lacht
ik zoek in mijn tas naar de laatste restanten
rebellie, ‘t is dat het de nervositeit verzacht
hij knikt vanuit de keuken en houdt als een gladiator
een aansteker omhoog, jezus, hij gooit hem
naar me toe, ik grom iets, denk mezelf in een tijgerpak
helaas, dit is hoe je die dingen soms doet
gedachten controleren is onmogelijk bovendien
heb ik vandaag een lieveheersbeestje gezien
Peppercake kwispelt, ik wil bij hem
op de grond gaan liggen grommen in mijn tijgerpak
ik graai weer ongeduldig in mijn tas,
een ander doosje valt
op de grond ligt een pakje durex extra light
onze ogen staan even vast in de tijd, oké allebei verward
dacht dat híj de casanova was
vervloek Peppercake, dit huis, zijn hagelwitte lach
zegt iets in de trant van
ik ben op zoek naar muziek die smaakt naar citroen
weet je wel, op een dorstlessende manier
pak het doosje op, dan zo’n onverwachte zoen
ik zeg ik ben getormenteerd en dat hij dat allang weet
laten we luisteren naar alles behalve house en metal
ik houd van roze popmuziek die plakt als caramel
hij knipoogt, de vuillak en zegt iets van ja dat dacht ik wel
Peppercake blaft, achter mij de nachtelijke skyline van
mijn imaginaire stad
ik zal hier slapen, mijn tijgerpak tegen zijn naakte huid
stiekem met hem trouwen, en tegen de koffie van elf uur
citroen hond skyline regenboogachtig integreren
weer een verhaal later veerkrachtig uit de veren
even om de verloren toekomst rouwen
ik vergeet soms tandenborstel en al m’n wapens
als ik bij meer mensen thuis gaat slapen
nu mijn tijgerpak weer uit, de imaginaire stad dijt uit
Yorumlar